Formaties van een nieuwe regering duren in Nederland gênant lang. Langer dan
in welk land ook in de Europese Unie. Waar de Zweden gemiddeld een weekje
nodig hebben en de Fransen slechts drie dagen, vinden Nederlandse politici
het nodig om gemiddeld zo’n 90 dagen te delibereren.

In theorie kun je aanvoeren dat het verstandig is om met grote zorgvuldigheid
een nieuw kabinet te formeren, inclusief een gedetailleerd regeerakkoord.
Dat zou de kans op een stabiel kabinet kunnen vergroten.

Lange formatie niet beter

De praktijk is anders. Moeizame formaties leiden niet per se tot stabiele
kabinetten. Het kabinet-Rutte I is een recent voorbeeld: het kostte 127
dagen om tot stand te komen – goed voor een derde plaats op de ranglijst van
naoorlogse formaties. Maar het bleef slechts 558 dagen in stand, ruim
anderhalf jaar.

Onder druk wordt alles vloeibaar. Dat bleek afgelopen april. Toen wilde
Brussel voor het einde van de maand concrete maatregelen van Nederland horen
die aangaven dat het ons land ernst was het begrotingstekort aan te pakken.
Opeens werden maar liefst vijf partijen het eens. In pakweg 48 uur besloten
ze tot ingrijpende hervormingen die Rutte als premier nooit had aangedurfd.

Het kan dus wel. Nu ontbreekt een harde Brusselse deadline. Maar de nood is
niettemin hoog. De Nederlandse economie kwakkelt. Natuurlijk speelt de
eurocrisis daarbij een rol, maar het zijn vooral de Nederlandse consumenten
die onzeker zijn en daarom de hand op de knip houden.

Burger wil duidelijkheid

Ondernemers en particulieren smachten naar duidelijkheid. Met de woningmarkt,
lees de hypotheekrenteaftrek, als een hoofdthema. Maar ook een nieuw
ontslagstelsel (met minder rechten voor werknemers en potentieel hoge kosten
voor kleine werkgevers) hangt boven de arbeidsmarkt. Komt het er of niet?

PvdA-Kamerlid Ronald Plasterk pleitte deze zomer voor een maximale
formatieperiode van zes weken, net zoals dat bij gemeenten al moet.

In Griekenland vinden ze dat te lang duren: daar hanteren ze momenteel een
simpel systeem: de leider van de grootste partij krijgt drie dagen om een
regering te formeren; slaagt die niet, dan gaat de kans naar de op een na
grootste partij en zo verder. Een eenvoudig systeem, waarbij een informateur
overbodig is.

Nederland heeft een nieuwe kans. Nu niet langer de Koningin, maar de Tweede
Kamer zelf het voortouw neemt bij het formeren, heeft de Kamer zelf alle
troeven in handen om vaart te maken. Een gouden gelegenheid om het
vertrouwen in 'Den Haag' een impuls te geven.

Lees ook:

VVD en PvdA moeten samen: hervormen of niet?

Meerderheid Kunduz weg: hoe verder met
hypotheekrenteaftrek en forensentaks?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl